Wendy en Rob vertellen in dit verhaal over hun lange weg naar een kinderwens die niet vanzelfsprekend bleek. Een traject met onderzoeken, twijfels, keuzes en onverwachte wendingen, maar ook met momenten van hoop en kracht. Een open en eerlijk kijkje in hun reis.
Ons verhaal begint in januari 2011, toen Rob en ik elkaar leerden kennen. We waren 25, en op een avond kwam hij langs en is eigenlijk nooit meer weggegaan. Binnen een week woonden we samen en het voelde allemaal zo vanzelfsprekend; de humor, de manier waarop we dingen zagen, hoe we in het leven stonden. Al snel hadden we het over kinderen. Niet meteen, want we kenden elkaar nog maar net.
Uiteindelijk werden die gesprekken steeds serieuzer en besloten we dat ik zou stoppen met de pil. Ik denk dat we toen 31 of 32 waren. We woonden inmiddels in een eengezinswoning, een hoekhuis, en zonder dat we er bewust over hadden nagedacht stond er zelfs al een gezinsauto voor de deur. Alles leek klaar voor een volgende stap.
Maar na ongeveer een jaar was er nog steeds geen sprake van een zwangerschap, geen enkele keer overtijd. Elke maand werd ik precies op de dag ongesteld, telkens even stipt, zonder uitzonderingen. Tegelijkertijd groeide de twijfel en besloten Rob en ik naar de huisarts te gaan. Hij vertelde dat het wat langer kon duren voordat de hormonen van de pil volledig uit mijn lichaam waren verdwenen, dus kregen we het advies om het nog een half jaar te proberen.
Toen ook dat half jaar verstreken was zonder enige verandering, verwees de huisarts ons door naar het ziekenhuis. Daar kregen we opnieuw de opdracht om het nog een half jaar zelf te proberen. Het was geen verrassing, maar wel teleurstellend toen ook die periode voorbijging zonder resultaat. Elke maand stond in de agenda gearceerd wanneer het moest gebeuren, maar hoeveel hoop we er ook in legden, er bleef stil niets gebeuren.
Daarna zijn we teruggegaan en begonnen de eerste onderzoeken. Als eerste werd Rob getest. Van tevoren hadden we samen afgesproken dat er geen schuldigen zouden zijn, dat we elkaar niet zouden aankijken als het bij een van ons lag. Ook spraken we af dat, wanneer het probleem bij Rob zou liggen, we het traject zouden beëindigen. We wilden graag een kindje van ons samen, en als dat niet mogelijk zou blijken, dan was dat voor ons het punt om te stoppen. Voor sommige mensen klinkt dat misschien kort door de bocht, maar zo voelden wij dat oprecht. Bovendien hadden we een neefje, later zelfs twee, en we hadden het erover dat we dan logeerpartijtjes, dagjes weg en fijne herinneringen met hen zouden gaan maken.
Ons leven met z’n tweeën was mooi en compleet. We misten niets, we reisden, zagen de wereld en deden leuke dingen. Een kindje zou een verrijking zijn, een kers op de taart, maar niet iets dat nodig was om gelukkig te kunnen zijn. Het zou een aanvulling zijn, geen invulling.
Uit de test bleek dat er met Rob niets aan de hand was, dus werd de zoektocht naar een oorzaak bij mij voortgezet. Ik ben compleet onderzocht, inclusief een HSG-onderzoek, maar er kwam niets uit. Onverklaarbaar kinderloos staat er in mijn dossier.
Het traject in het ziekenhuis voelde overigens vaak moeizaam. We voelden ons niet altijd gehoord of gezien, alles ging wat zakelijk en afstandelijk. Corona maakte persoonlijk contact nog moeilijker, waardoor het gevoel ontstond dat we er niet helemaal op onze plek waren.
Inmiddels waren we 34 of 35 toen een collega vertelde dat zij onder behandeling was bij Nij Clinics Elsendorp. Gezien mijn leeftijd besloten we daar een intake te plannen en door te pakken. Twee weken later mochten we al langskomen. Met een echo en een ovulatietest konden ze precies zien waar ik me in mijn cyclus bevond, waarna we samen een plan van aanpak bespraken.
Met de hormoonstimulatie probeerden ze te zorgen dat ik meer follikels aan zou maken, wat de kans op bevruchting na inseminatie moest vergroten. Toch bleven resultaten uit. Na zo’n zes of zeven IUI-rondes waren we nog steeds niet in verwachting. Elke maand werd ik opnieuw precies op tijd ongesteld, zonder één afwijking, en daarmee vaak ook zonder ruimte voor hoop.
We volgden het traject niet standaard elke maand. We pakten het vrij relaxed aan, en als de behandeling midden in onze vakantie viel dan was dat zo en sloegen we die maand over. De medewerkers van Nij Clinics Elsendorp hadden daar alle begrip voor, zij pasten zich aan ons tempo aan, en die persoonlijke insteek was een verademing.
Na zeven mislukte IUI-pogingen spraken we met dr. Wissmann. Hij wist dat ik twijfels had over IVF, maar wilde het toch met ons bespreken, omdat hij dacht dat IUI voor ons niet voldoende was. IVF voelde voor mij altijd als een laatste redmiddel; ik hoopte op een natuurlijke zwangerschap en had het daarom nooit serieus overwogen.
Tijdens het gesprek legde hij helder uit wat IVF inhoudt, wat het voor ons zou kunnen betekenen en wat we konden verwachten. Na zo’n lang traject voelde de stap logisch en samen besloten Rob en ik ervoor te gaan.
Ik kreeg een hogere hormoondosering en de punctie werd ingepland. Er werden twaalf follikels geoogst, waarvan er negen bevrucht konden worden. We kozen voor een verdeling van 50 procent IVF en 50 procent ICSI. Enkele dagen later kregen we het bericht dat er zes cryo-embryo’s waren overgebleven om terug te plaatsen.
We maakten al snel een afspraak voor de eerste terugplaatsing. Ik voelde me daarna vreemd, misschien zelfs zwanger, want er was nu echt een embryo teruggeplaatst. Zo ver waren we zelf, en met IUI, nog niet gekomen.
Ongeveer twee weken later mocht ik testen. Binnen een paar seconden verschenen er twee streepjes. Vol ongeloof belden we mijn ouders en iedereen was in tranen. Het was een prachtig moment. We noemden het Joop.
Een paar weken later gingen we naar Nij Clinics Elsendorp voor een vroege echo. Joops hartje klopte bij 6 weken en 6 dagen, maar hij zat niet goed. Een tweede arts bevestigde dat Joop zich in mijn eileider had ingenesteld. We werden meteen doorgestuurd naar het ziekenhuis, waar nog een echo volgde. Joop deed het perfect, maar zat op de verkeerde plek.
We waren compleet uit het veld geslagen. Nog dezelfde dag moest ik worden geopereerd. Er was geen tijd om bij te komen of te bevatten dat we eindelijk zwanger waren. Voor ik het wist lag ik op de OK en kwamen de tranen pas toen ik daar alleen lag.
Na de operatie vertelden ze dat Joop en mijn eileider waren verwijderd. In vijf uur tijd gingen we van hoop naar leegte. Thuis overheersten verdriet en boosheid. Joop was perfect en we wilden niets liever dan hem houden, maar de natuur besliste anders. Ik was teleurgesteld in mijn lichaam. Iedereen had zo zijn best gedaan, maar het lukte mijn lijf niet om hem te dragen.
Rob en ik praatten veel, met elkaar en met familie en vrienden, en dat hielp enorm bij het verwerken. Toch durfde ik het niet meteen opnieuw aan te gaan. Lichamelijk was ik snel hersteld, de operatie stelde gelukkig weinig voor, maar geestelijk duurde het lang voordat ik het vertrouwen een beetje terugvond.
Pas een jaar later meldden we ons weer voor een tweede terugplaatsing. Ook dit keer had ik na twee weken een positieve zwangerschapstest. We waren blij, maar nu ook voorzichtig, want een positieve test betekent niet automatisch dat je papa en mama wordt.
Bij de 7-weken-echo zagen we opnieuw een kloppend hartje. Deze noemden we Sjors, en Sjors zat op de juiste plek en deed het fantastisch.
We werden daarna ontslagen bij Nij Clinics Elsendorp. Dat voelde vreemd, want je komt er jaren, soms meermaals per maand, en ineens ben je klaar. We mochten ons aanmelden bij een verloskundigenpraktijk in de buurt en hoefden niet langer onder controle te blijven.
Ik vond het moeilijk om van mijn zwangerschap te genieten; de teleurstelling en onzekerheid over mijn lichaam bleven aanwezig. Toch verliep alles voorspoedig. Iedere controle was goed, bloeduitslagen keurig, de NIPT negatief, en telkens opnieuw kreeg ik de bevestiging dat het deze keer echt goed zat.
We maakten voor familie en vrienden een zelfgemaakte kerstkaart met de echo van Sjors en brachten die persoonlijk rond. Nog nooit deelden we zoveel tranen van geluk.
Na negen lange, mooie maanden werden Rob en ik ouders. Onze zoon werd geboren in juli 2024 en heet Mosi, Afrikaans voor eerstgeborene. Het was bijzonder, bizar, mooi, onwerkelijk en vooral dankbaar. En dat alles dankzij de kundige en liefdevolle begeleiding van Nij Clinics Elsendorp.
← terug naar nieuwsoverzicht